Managers binnen het marketing, communicatie of digital werkveld hebben vaak veel ervaring in hun vak. Niet voor niks dat ze op een positie zitten waarbij ze mensen moeten gaan aansturen. Maar dat niet alleen: ook krijg je in zo’n rol te maken met het aannemen van nieuwe collega’s en dus het voeren van sollicitatiegesprekken. Hoe voer je eigenlijk zo’n sollicitatiegesprek? Een collega van HR kan je hierbij natuurlijk helpen, maar doe je het liever zelf, dan kun je structuur aanbrengen in het gesprek met hulp van verschillende methoden. Eén van deze methoden is de ‘handmethode’. Naast het sollicitatiegesprek is deze methode in een later stadium ook te gebruiken bij functionerings- of beoordelingsgesprekken.

sollicitatiegesprek voeren als manager

De handmethode gaat uit van zes pijlers, namelijk de vijf vingers van je hand en je vuist. Aan de hand van iedere pijler kun je jouw sollicitant beter leren kennen en achterhalen wat hem of haar (niet) drijft.

1. Duim: kennis en kunde
De duim: je steekt hem op wanneer het goed gaat. Oftewel: wanneer staat de kandidaat in zijn of haar kracht? Als je drie kandidaten met elkaar vergelijkt, wat maakt deze dan uniek? Wanneer gaat deze potentieel nieuwe medewerker met een lach op zijn of haar gezicht naar werk toe? Vragen waarmee jij kunt achterhalen waar jouw kandidaat blij van wordt.

2. Wijsvinger: ambitie en groei
De wijsvinger: waar wil de kandidaat naartoe? Wat kan hij of zij nog leren en kan dit binnen de functie? Binnen het dynamische marketing- en communicatievak kun je niet vragen waar een kandidaat over 5 jaar staat, hoewel dit wel vaak gedaan wordt. Het vak ontwikkelt zich zo snel dat hier nooit een concreet antwoord op gegeven kan worden. Met deze vragen binnen deze peiler kun je echter wel achterhalen of de groeiwensen mogelijk zijn in een bepaalde functie.

3. Middelvinger: allergieën
De tegenhanger van de duim: ook heel belangrijk om te weten is wat jouw sollicitant absoluut niet motiveert. Wat zorgt ervoor dat de medewerker niet met een lach op het gezicht op de werkvloer verschijnt? Welke eigenschappen van collega’s of welke manier van leidinggeven vindt hij of zij lastig om mee om te gaan?

4. Ringvinger: trouw en loyaliteit
Hoe trouw en loyaal is jouw kandidaat? Natuurlijk is deze pijler afhankelijk van de vorm van een dienstverband (vast of freelance), maar het zegt zeker iets over de mate waarin je op hem of haar kunt bouwen. Inhoudelijk kun je de match op het gebied van het takenpakket vaststellen: met welke werkzaamheden wil jouw kandidaat zich blijven bezighouden? Stel bijvoorbeeld de vraag welke aspecten vanuit zijn vorige takenpakket hij graag terugziet in de volgende functie.

5. Pink: klein
Waar is de sollicitant ‘klein’ in? Oftewel, waar is hij of zij echt niet goed in? Vaak noemen kandidaten bij deze pijler voorbeelden van zaken die ze niet leuk vinden om te doen, dit is bij de pink echter niet relevant, want dat is bij de middelvinger al besproken. Mocht je twijfelen over de kennis en kunde van een kandidaat, vraag dan naar een voorbeeld uit zijn of haar werkverleden. Twijfel je over een ‘cultural fit’, vraag dan naar een voorbeeld uit iemands privéleven. Dit geeft vaak een goed beeld van de normen en waarden en kan doorslaggevend zijn voor de match op persoonlijk vlak.

6. Vuist: randvoorwaarden
De handmethode eindigt met een vuist op tafel, waarbij je het kunt hebben over de randvoorwaarden: wanneer kan iemand beginnen? En wat zijn de gewenste primaire en secundaire arbeidsvoorwaarden?

De handmethode is een van de vele manieren waarop je gestructureerd een sollicitatiegesprek kunt voeren, maar tevens kun je het in een later stadium gebruiken, bijvoorbeeld bij evaluatie- of functioneringsgesprekken. Vaak biedt het een fijne structuur voor beide gesprekspartners waar je een eigen invulling aan kunt geven.

Met deze handige techniek kun jij een sollicitatiegesprek leiden