Met een ontwapenende eenvoud legt de film ‘The Old Oak’ de kiem van polarisatie bloot: in één woord ‘angst’ en wat specifieker: ‘informatieonzekerheid’. Alles draait om de vraag: wie of wat biedt houvast, als je het niet meer kunt bevatten. Hier ligt bij uitstek een uitdaging voor de communicatiediscipline. De uitdaging om te ontdekken dat bij wat mensen scheidt er altijd iets is dat hen verbindt.

Als in de film – ‘The Old Oak’ – in een Brits dorp enkele Syrische mensen op de vlucht worden gehuisvest, staat het dorp op z’n achterste benen. Het episch centrum is de plaatselijke kroeg ‘The Old Oak’. Oorspronkelijke bewoners willen er een protestbijeenkomst houden, maar de kroegbaas wijst het verzoek af. Dit onder het mom van de onveilige staat van het beoogde zaaltje. Vervolgens zwicht hij als de nieuwkomers voorstellen om er een verzoenende maaltijd te organiseren. Zoals vroeger ook werd gedaan toen de mijnen nog open waren. ”Wat doe je nou?”, vraagt een inwoner: ”Dit is de laatste openbare plek waar we nog bijeen kunnen komen!” Waarom droppen ze mensen op de vlucht in dit arme dorp en niet in het rijke Londen? Buiten zien plaatselijke jongeren hoe een fiets uit een transportbusje voor een Syrisch meisje wordt gereden. Vragende blikken. Sabotage en verzet hangen in de lucht.

Weg logica. Weg vertrouwde plek. Weg houvast. Als je er iets van zegt, heet je gauw asociaal. ‘The Old Oak’ laat zien hoe de gemeenschap polariseert – en uiteindelijk een nieuwe gedeelde werkelijkheid vindt. Ik zal de plot niet verklappen, maar wel alvast dit: er komt geen overheidsdienaar, politieagent of rechter aan te pas.  

Polarisatie gaat ten diepste over angst. Niet over goede manieren, niet over naar elkaar luisteren en al helemaal niet over overtuigen. Vooral dat laatste is ontzettend gevaarlijk, maar raakt ondertussen de kern. Voor de zeilers onder ons is het een bekend verhaal: overtuigen betekent letterlijk meer zeilen bijzetten. En dat doe je als je onvoldoende kennis hebt van jouw zeiltuig en de elementen evenals van jouw eigen vaardigheden om te navigeren. Dan doe je maar wat, ga je roeptoeteren en zo meer.  

Of het nu gaat om de opvang van mensen op de vlucht, klimaatbedreigingen of aardbevingen: gebrek aan kennis en kunde wakkert angst aan om iets dierbaars te verliezen. Over het verlies zou het moeten gaan, want in de werkelijkheid grijpt de angst daarvoor om zich heen. De film illustreert dat op een uitmuntende wijze.

Als je wat meer op het communicatieve handelen van mensen inzoomt, speelt informatieonzekerheid de hoofdrol. Wat of wie is een betrouwbare bron? In zijn recente studie naar de opkomst van wantrouwen, polarisatie en complotdenken geeft sociaal-psycholoog Kees van den Bos in de titel al een uitkomst weg: ‘Elkaar eerlijk behandelen’ [1]. Toen ik drie maanden geleden bij de boekpresentatie aan Reinier van Zutphen vroeg welk woord hem in die titel het meest raakt, zei de Nationale ombudsman in de paneldiscussie: ”Elkaar”. En hij voegde daaraan toe: ”Wat gaat er toch mis vandaag? Hoe zorgen we in hemelsnaam dat we elkaar aanspreken?” Want uitspreken, dat kunnen de meesten intussen wel, maar aanspreken verwijst naar een wisselwerking. Zoals de oorspronkelijke bewoners in ‘The Old Oak’ bij elkaar houvast zoeken, omdat ze het ook niet meer weten, maar wel onverminderd nieuwsgierig, betrokken en op hun hoede zijn. Je geeft wat vertrouwd is niet zomaar op.   

Polarisatie vraagt om investeren in betrouwbare bronnen, die helpen om de boel te bevatten. Je hoeft maar naar de uitslag van de jongste verkiezingen te kijken, om te weten dat klassieke gezagsdragers, de overheid voorop, daarin velen teleurgesteld hebben. De Britse econoom Martin Wolf komt in een zinderend boek onder de titel ‘De crisis van het democratisch kapitalisme’ tot de conclusie dat burgers niet meer in staat zijn om met falen om te gaan [2]. Na de financiële crisis kwam de coronacrisis en toen de wooncrisis – en de overheid heeft het gedaan. Oók omdat ze claimde de boel op te lossen, zegt Wolf er fijntjes bij: en een beetje handige populist speelt daarop in. Die vraagt de bovenlaag van weleer om op te stappen en het roer om te gooien. Hoe of wat is minder belangrijk dan dat het falen stopt. En angstig en onzeker volgt de meute de nieuwe leider – voor zo lang het duurt.

De verleiding is groot om hier mee te gaan in de roep om sterke leiders. Die wie bang is om vertrouwde zaken te verliezen horen en een nieuw thuis beloven. Dat doet naar mijn stellige overtuiging geen recht aan twee zaken. Eén: de complexiteit, waar we niet onderuit kunnen: in de informatiesamenleving van vandaag ís het lastig navigeren door wat je SOS kunt noemen: de snelheid, de openheid en de schaal waarmee we kunnen informeren en mobiliseren. Knap als je vandaag de mondiale economie snapt en weet hoe migratiestromen werken en daarop kan worden ingespeeld: in de regio, onderweg en in eigen land. Maar door die complexiteit heen zie je een tweede zaak als een hefboom opkomen, en dat is wat ik verbindingszin wil noemen. De competentie om bij elkaar onvermoede krachten tevoorschijn te luisteren. En het falen te snappen – en te verdragen.

De inwoners in de Britse kustplaats komen tot een nieuwe kijk op de zaak. Het patroon dat zich daarbij ontrolt zie je op allerlei plekken in ons eigen land ook: mensen gaan met elkaar het gevecht aan, om bij zichzelf en elkaar te ontdekken waar de pijn zit. Ze worden niet bepaald vriendjes, want er zíjn nu eenmaal verschillen, er loopt van alles niet, en er gaat ook van alles fout. Je hebt nu eenmaal terugtrekkers, bemiddelaars en activisten, leert onderzoek van Jaron Harambam en Stef Aupers [3]. Verschil mag er wezen. Maar er is kennelijk ook een onderstroom, die maakt dat de polarisatie niet uitmondt in een conflict. Het ontdekken van die onderstroom, en daarmee verbindingszin, staat en valt bij de mate waarin mensen bij elkaar kennis en kunde aanboren. Die ze zelf niet voor mogelijk hadden gehouden, maar waarvan ze ook snappen dat ze zonder elkaar het ongemak niet te lijf kunnen gaan.

Na de jaren van overtuigen, de jaren van luisteren en de jaren van bruggenbouwen zijn we in een nieuwe fase beland. Waarin nieuw leiderschap kan ontstaan. Bruggenbouwers staan erboven, verbinders staan ertussen. En als je er niet tussen staat, zit je er gauw naast, leerde ik ooit van de politieke denker Hannah Arendt, die er een mooier woord voor had – inter-esse – en wees op het oer-menselijke vermogen van vergeving en meervoudig denken. Vaker zijn het de kroegbazen, de trainers, de voorgangers, de leerkrachten, die aldus verbindingszin weten aan te wakkeren. Nieuwe taal en trefplekken helpen vinden, de boel helpen verdragen – zie ook de gamechangers uit het denkkader van Bart Brandsma [4]. Als je écht aandacht geeft aan waar mensen naar verlangen vind je altijd naast wat scheidt iets dat bindt, zo leren ervaringen met dilemmalogica mij althans [5].  ‘The Old Oak’ laat overheid, politie en rechtspraak buiten beeld. Misschien waren ze niet nodig, en wie weet speelden ze op de achtergrond een rol. Door niet in de weg te lopen. Door te faciliteren. Waar mensen doen waar ze uiteindelijk gewoon goed in zijn: elkaar eerlijk behandelen.

 

Dit artikel is in samenwerking met: 

Literatuur: 

  1. Kees van den Bos (2023), Elkaar eerlijk behandelen. Wantrouwen, polarisatie en complotdenken voor zijn. Den Haag: Boom juridisch.
  2. Martin Wolf (2023). De crisis van het democratisch kapitalisme. Amsterdam: Spectrum.
  3. Jaron Harambam (2017). ‘Ik ben geen complotdenker. Relationele identificaties in het Nederlandse complotdenkersniveau. Sociologie, 13, 133-163. https://doi.org/10.5117/SOC2017.2/3.001.HARA
  4. Bart Brandsma (2016). Polarisatie. Inzicht in de dynamiek van wij/zij denken. Schoonrewoerd, eigen uitgave.
  5. Zie voor meer over dilemmalogica: www.communicatierijk.nl/vakkennis/dilemmalogica

Over de auteur

Jouw bureau voor de beste gekwalificeerde interim professionals in marketing, communicatie en digital. Van junior t/m interim eXecutive niveau.