Mis je potentiële klanten als je geen rekening houdt met laaggeletterdheid? Ja. Want wist jij dat 2,5 miljoen mensen in Nederland boven de 16 jaar moeite hebben met lezen, rekenen of schrijven? De kans is dus groot dat iemand van jouw (potentiële) klanten hier ook mee te maken heeft. Dus wat kun je doen om je communicatie toegankelijk te maken voor alle doelgroepen, waaronder laaggeletterden? Ik geef je 10 tips om jouw teksten aan te passen aan laaggeletterden.

Wanneer is iemand laaggeletterd?

Als volwassene ben je laaggeletterd als je moeite hebt met lezen, schrijven en/of rekenen. Hierdoor heb je vaak ook beperkte digitale vaardigheden. Het is belangrijk om laaggeletterden niet te verwarren met analfabeten. Een laaggeletterde kan namelijk wel lezen en schrijven, maar niet goed genoeg om volledig mee te draaien in onze samenleving.

Hoe maak je teksten begrijpelijk voor laaggeletterden?

In de communicatiewereld zijn teksten vaak niet te vermijden. Dit maakt het lastig voor mensen met laaggeletterdheid. Met deze 10 tips maak jij je tekst makkelijker te begrijpen voor laaggeletterden:

  1. Schrijf op taalniveau A1/1F. Vaak houden organisaties B1-niveau aan bij het schrijven van teksten, maar dit is meestal alsnog niet te begrijpen voor mensen met laaggeletterdheid. Met niveau A1/1F begrijpen zij de teksten beter.
  2. Maak gelijk het onderwerp van de tekst duidelijk. Een laaggeletterde moet gelijk begrijpen waar de tekst over gaat. Anders lezen ze de tekst liever niet meer.
  3. Gebruik een duidelijke tekststructuur met tussenkopjes. Met tussenkopjes is de tekst makkelijker scanbaar voor mensen (met laaggeletterdheid) en laat je ze niet hele lappen tekst ontcijferen voordat ze de informatie vinden die ze nodig hebben.
  4. Overspoel de lezer niet met informatie. Als laaggeletterden te veel informatie krijgen, wordt het moeilijker om alles te begrijpen en te onthouden. Wees dus zuinig en geef ze enkel de informatie die ze nodig hebben.
  5. Schrijf actief. Een actieve zin is duidelijker voor een laaggeletterde. Vermijd de lijdende vorm. De lijdende vorm herken je aan ‘worden’. Dus niet ‘de brief wordt gelezen’ maar ‘hij leest de brief’.
  6. Vermijd moeilijke woorden. Houd je taalgebruik simpel en gebruik zeker geen vaktaal in je teksten. Dit doe je door woorden te gebruiken die mensen in hun dagelijkse leven ook gebruiken. Zo gebruik je wel ‘maar’ of ‘want’ en geen woorden als ‘echter’ of ‘immers’.
  7. Schrijf afkortingen voluit. Heel eerlijk? Ik weet zelf ook niet altijd gelijk wat een afkorting betekent. Voor laaggeletterden geldt dat ook. Schrijf ze daarom uit.
  8. Schrijf getallen in cijfers. Cijfers begrijpen laaggeletterden beter. Dus in plaats van twee keer, schrijven we 2 keer.
  9. Gebruik iconen wanneer mogelijk. Geef jij bijvoorbeeld een telefoonnummer in een brief of mail? Zet dan duidelijk een telefoon icoon voor het nummer. Zo weten ze direct dat ze daar in de tekst het telefoonnummer kunnen vinden als ze vragen hebben. Gebruik iconen of beelden alleen als het een functie heeft. Dus niet omdat je het icoontje alleen leuk vindt.
  10. Gebruik een lettertype zonder schreef. Dit zijn lettertypes die geen dunne dwarsstreepjes aan het uiteinde van de verticale en horizontale balken hebben.

En? Ga jij naar aanleiding van deze tips je communicatie toegankelijk maken voor alle doelgroepen? Op deze manier mis je in ieder geval geen potentiële klanten meer omdat je geen rekening houdt met laaggeletterdheid. Zo begrijpen nu ook de 2,5 miljoen laaggeletterden in Nederland wat je schrijft.

Hoe schrijf je een tekst voor laaggeletterden?