Wat is affiliate marketing?

Even om het geheugen op te frissen: affiliate marketing is een digital marketingtechniek, waarbij websites van third-party bedrijven, producten en services van de verkoper aanbieden. Bij nieuwe klanten ontvangen deze third-party bedrijven een commissie op basis van genereerde sale, lead, actie of click[1] . Affliate marketing is dus een goede manier voor het binnenhalen van nieuwe klanten. Maar wat als je geen nieuwe klanten binnen wilt halen?

Nieuwe klanten werven met affiliate

In de huidige Nederlandse markt worden affiliates beloond met commissies voor nieuwe klanten. Dit zie je bijvoorbeeld in de energiemarkt waarbij adverteerders  een energiecontract verkopen in samenwerking met affiliates. Deze ‘’oude’’ affiliate marketingstrategie is nog volop te vinden. Hieronder zie je een voorbeeld van een website die een Bol.com tegoedbon, Nintendo Switch of Apple Airpods aanbieden als cadeau voor het overstappen van energiepartij.

Banner op affiliate website www.energie-aanbiedingen.com op 17/10/2022

Nieuw businessmodel: nieuwe kans voor affilliate marketing

Zowel nieuwe als bestaande klanten bezoeken blogs, nieuwsbrieven of websites (zoals EuroClix), waarbij gebruik wordt gemaakt van affiliate marketing. Het huidige businessmodel is echter ingestoken op het werven van nieuwe klanten. Daarom is het tijd voor een nieuw businessmodel dat zich richt op het bereik en behoud van bestaande klanten. Een model dat een loyaliteitsprogramma en affiliate marketing combineert. Maar hoe gaat dit model in zijn werk?

Hoger rendement uit bestaande klanten

Het grootste verschil met het binnenhalen van nieuwe klanten zit in de benadering. Bij bestaande klanten ligt de focus op het cross-sellen en up-sellen. Het behoud van bestaande klanten levert meer geld op dan het werven van nieuwe klanten. Het nieuwe verdienmodel brengt ook een nieuw doel met zich mee, want het focust zich op het bouwen van bestaande relaties in plaats van het winnen van nieuwe relaties. Loyaliteitsprogramma’s spelen daarom een grote rol. Energiemaatschappijen hebben de stap al gemaakt om loyaliteitsprogramma’s en affiliate marketing te combineren.

Maar deze combinatie is voor ieder bedrijf dat zich bezighoudt met affiliate marketing interessant. Hoe je deze stap maakt? Hieronder vier succesvolle strategieën voor loyaliteitsprogramma’s, welke jij kan inzetten voor affiliate marketing.

Hoe begin je? Vier successtrategieën voor loyaliteitsprogramma’s

Er zijn een tal van voorbeelden van loyaliteitsprogramma’s, welke onder te verdelen zijn in vier categorieën. Hieronder leg ik ze uit aan de hand van actuele voorbeelden:

1. Puntenprogramma: de meest standaard categorie. Klanten krijgen hierbij punten voor een sale, referral, actie of click. De punten kunnen vervolgens ingeruild worden voor korting, vouchers of gratis producten. De website EuroClix maakt gebruik van een puntenprogramma (zie afbeelding).

2. Rangschikkingsprogramma: klanten krijgen een rang. Op basis van deze rang ontvangen ze exclusieve voordelen. Bij het bedrijf Uber worden klanten geclassificeerd met een kleur, waarbij elke kleur bepaalde voordelen met zich meebrengt. Op basis van de door de klant verzamelde punten word je ingedeeld in een van deze categorieën.

3. Betalingsprogamma: klanten betalen eenmalig of herhaaldelijk een bedrag in ruil voor exclusieve voordelen. Bol.com maakt hiervan gebruik met ‘Select’, waarbij klanten voordeel ontvangen op de verzendkosten in ruil voor een maandelijks bedrag.

4. Waardenprogramma: klanten krijgen de mogelijkheid een goed doel te steunen. De bodyshop heeft bijvoorbeeld haar eigen ‘Love Your Body Club’ waarbij leden onder andere doneren aan een goed doel.

 

Start met loyaliteitsprogramma’s in affiliate

Behoud van klanten levert veel meer op dan nieuwe klanten. Niets nieuws onder de zon. Daarom mag affiliate marketing gericht op bestaande klanten niet meer ontbreken in de strategie. Zeker niet als affiliate marketing je nu al veel waarde oplevert. Ga jij deze strategie ook binnenkort toepassen?

 

[1] (Ivkovic & Milanov, 2010; Stokes, 2013)